In de Wet zorg en dwang (Wzd) staat vermeld dat de functie van Wzd-functionaris uitgevoerd mag worden door een ter zake kundig arts, gezondheidspsycholoog of orthopedagoog-generalist. Een nauwkeurige beschrijving van 'ter zake kundig' ontbreekt echter. Welke kennis, houding en vaardigheden worden bedoeld? Beschikt de verpleegkundig specialist (VS) hierover?
De verpleegkundig specialist als Wzd-functionaris - ter zake kundig?
In de Wet zorg en dwang (Wzd) staat vermeld dat de functie van Wzd-functionaris uitgevoerd mag worden door een ter zake kundig arts, gezondheidspsycholoog of orthopedagoog-generalist. Een nauwkeurige beschrijving van 'ter zake kundig' ontbreekt echter. Welke kennis, houding en vaardigheden worden bedoeld? Beschikt de verpleegkundig specialist (VS) hierover? Met andere woorden: heeft de VS, als regievoerend en zelfstandig behandelaar, de competenties om de rol van Wzd-functionaris uit te voeren? In het hieronder beschreven vierfaseonderzoek zoeken en geven we antwoord op deze vragen. We sluiten af met enkele aanbevelingen.
Inleiding
Per 1 januari 2020 is de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht. Deze Wzd regelt de rechten van mensen met een psychogeriatrische aandoening (bijvoorbeeld dementie), die onvrijwillige zorg krijgen. Uitgangspunt is dat onvrijwillige zorg alleen wordt toegepast als het niet anders kan. Een Wzd-functionaris beoordeelt alle zorgplannen waarin onvrijwillige zorg is opgenomen en heeft een organisatiebrede verantwoordelijkheid over de algemene gang van zaken in relatie tot onvrijwillige zorg. De Wzd bepaalt dat als Wzd-functionaris kunnen worden aangewezen: ter zake kundige artsen, gezondheidszorgpsychologen en orthopedagogen-generalist.
Zoals hierboven duidelijk wordt, mag de VS wettelijk de rol van Wzd-functionaris niet uitvoeren. Vier verpleeghuizen hebben echter de overtuiging dat de VS deskundigheid en expertise heeft om de rol van Wzd-functionaris uit te kunnen voeren met betrekking tot het beoordelen van zorgplannen en toezicht houden op onvrijwillige zorg (Brentano, WilgaerdenLeekerweideGroep, Innoforte en Topaz). Deze vier verpleeghuizen zijn leden van de actiegroep Wzd van de beweging Radicale Vernieuwing Zorg. Zij zijn in oktober 2020 samen met de beroepsvereniging V&VN VS gestart met een pilot naar de inzet van de VS als Wzd-functionaris onder mandaat van een ter zake kundig arts, gezondheidspsycholoog of orthopedagoog-generalist.
In juli 2021 verscheen een evaluatieonderzoek van de HAN University of Applied Sciences over deze pilot naar de inzet van de VS als Wzd-functionaris in verpleeghuizen. De uitkomst van dit kwalitatieve onderzoek was dat de VS als ter zake kundig werd ervaren; het bleek dat de VS beschikt over een overstijgende, kritische en analytische blik, ruimte kennis, ervaring met ouderenzorg en verpleegkundig referentiekader. Daarnaast is de VS zich bewust van de mogelijkheden en grenzen van de eigen deskundigheid om de rol van Wzd-functionaris te kunnen invullen. Vanuit de actiegroep Wzd van de beweging Radicale Vernieuwing Zorg was er vervolgens behoefte om vanuit een extern kader naar de VS in de rol van Wzd-functionaris te kijken, om dat er een nauwkeurige beschrijving van 'ter zake kundig' ontbreekt in de Wzd. Het is nodig om inzicht te verkrijgen in wat 'ter zake kundig' inhoudt en in welke mate de VS voldoet aan deze beschrijving.
Er zijn twee onderzoeksvragen met betrekking tot de twee deeltaken van de WZD-functionaris, namelijk:
- Wat zijn de vereiste competenties met betrekking tot de deeltaak 'het beoordelen en monitoren van zorgplannen' en beschikt de VS over deze competenties?
- Wat zijn de vereiste competenties met betrekking tot de deeltaak 'het ondersteunen van de zorgorganisatie bij de uitvoering van de Wzd' en beschikt de VS over deze competenties?
Benieuwd naar de antwoorden op deze vragen? Bekijk het gehele artikel met de conclusie en aanbevelingen:
De verpleegkundig specialist als Wzd-functionaris - ter zake kundig?
Colofon
Dit artikel is geschreven door Annemieke de Groot (onderzoeker UKON/Radboudumc), Anke Persoon (senior onderzoeker UKON/Radboudumc) en Marleen Lovink (senior onderzoeker UKON/Radboudumc). Het artikel is verschenen in Dé Vergpleegkundig Specialist, nummer 3 september 2024.