PRIMED
In PRIMED (PRImary care vs. MEmory clinic Diagnostics in older people with memory complaints) worden twee reguliere diagnostische trajecten vergeleken om te onderzoeken of diagnostiek bij de huisarts niet slechter is dan op de geheugenpolikliniek voor wat betreft het dagelijks functioneren van ouderen met geheugenklachten in de loop der tijd.
Door de vergrijzing stijgt het aantal mensen met geheugenproblemen. Bij een deel van die mensen is er sprake van (beginnende) dementie. In Nederland wordt de diagnose dementie vaker op een geheugenpolikliniek gesteld dan bij de huisarts. Verwijzing is noodzakelijk voor mensen met verdenking op dementie op jonge leeftijd of als de huisarts een zeldzame vorm van dementie vermoedt. Voor de meest voorkomende vormen van dementie, zoals de ziekte van Alzheimer, is geen ingewikkeld onderzoek nodig. De huisarts kan op basis van het verhaal van de patiënt, zijn omgeving en door het afnemen van een geheugentest vaak vaststellen of er dementie is. De landelijke richtlijnen over dementie adviseren dit ook.
Verwijzing naar een geheugenpolikliniek heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat de diagnose vaak sneller gesteld wordt. Nadelig is dat onderzoek op een geheugenpolikliniek - met uitgebreid geheugenonderzoek, hersenscan en soms een ruggenprik - vaak als belastend wordt ervaren. Al deze onderzoeken veranderen ook niets aan de behandeling, omdat er geen behandeling bestaat die dementie kan afremmen. Het is dus de vraag of verwijzing wel in het belang van de patiënt is. Bovendien is onderzoek op de geheugenpoli duurder.
Doel van het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om antwoord te krijgen op de volgende vraag:
Kan diagnostiek bij ouderen met geheugenklachten net zo goed bij de huisarts worden gedaan, zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor op het dagelijks functioneren van de patiënt op de lange termijn?
We hebben gekozen om de invloed op het dagelijks functioneren te onderzoeken, omdat alle symptomen van dementie uiteindelijk het dagelijks functioneren beïnvloeden en omdat zelfstandig kunnen (blijven) wonen voor veel ouderen belangrijk is. Er is nog geen eerder onderzoek op dit gebied gedaan, en dit is wel belangrijk om goede én doelmatige zorg te kunnen bieden.
Methode
In het onderzoek worden ouderen met geheugenproblemen gerandomiseerd naar de setting waar het diagnostisch onderzoek zal plaatsvinden. Vervolgens worden er op vier verschillende tijdstippen vragenlijsten afgenomen om te kijken of beide diagnostische trajecten leiden tot verschillen in het dagelijks functioneren en andere relevante uitkomstmaten zoals ervaren kwaliteit van leven, gedrag en gemoedstoestand, belasting voor de mantelzorger en de kosteneffectiviteit. De totale follow-up-duur bedraagt 2,5 jaar.
Ook zal er een procesevaluatie plaatsvinden waarbij verschillende kwalitatieve en kwantitatieve uitkomsten worden verzameld (een zogenoemd mixed-methods onderzoek). Er worden semigestructureerde interviews afgenomen bij patiënten en mantelzorgers om tevredenheid over het diagnostisch traject, acceptatie en omgang met de gestelde diagnose, en tevredenheid over de follow-up te onderzoeken. Huisartsen worden geïnterviewd ten aanzien van ervaren diagnostische onzekerheid. Tot slot worden verschillende data over zorggebruik van deelnemers verzameld.
Fase van het onderzoek
Het onderzoek bevindt zich nog in de voorbereidende fase. Vanaf juli 2023 start de inclusie en worden hopelijk de eerste onderzoeksdeelnemers geïncludeerd. De inclusieperiode duurt tot oktober 2024. De laatste metingen zullen naar verwachting eind maart 2027 zijn afgerond.
Deelnemers aan het project
Drs. Demi Ronner, promovendus en specialist ouderengeneeskunde in opleiding (coördinerend onderzoeker)
Dr. Marieke Perry, huisarts en senior onderzoeker Radboudumc (hoofdonderzoeker en copromotor)
Prof. dr. Edo Richard (hoogleraar neurologie, neuroloog, promotor), Radboudumc
Prof. dr. Henk Schers (hoogleraar huisartsengeneeskunde, huisarts, promotor), Radboudumc
Drs. Irma Maassen (onderzoeksmedewerker), Radboudumc
Prof. dr. Pim van Gool (hoogleraar neurologie, neuroloog), Amsterdam UMC
Prof. dr. Eric Moll van Charante (hoogleraar cardiovasculaire risicomanagement in een multi-etnische populatie, huisarts), Amsterdam UMC
In dit project wordt samengewerkt met Amsterdam UMC en diverse huisartsen(netwerken) in de regio Nijmegen, Arnhem en Amsterdam: Radboudumc Netwerk Huisartsenpraktijken (NHP), NEO Huisartsenzorg, Onze Huisartsen, Academisch Netwerk Huisartsgeneeskunde Amsterdam (ANHA). Dit onderzoek wordt gefinancierd door een subsidie van ZonMw DoelmatigheidsOnderzoek.